In het Groot Barrièrerif zijn er veel dieren. En al die dieren moeten natuurlijk ook eten.

 

Koraal

Koraal zijn de meest voorkomende diertjes in het rif. Deze diertjes zijn autotroof. Dit betekent dat het zelfvoedende diertjes zijn. Zij halen hun voedsel uit het water, zoals zuurstof. Deze diertjes kunnen dus anorganisch voedsel omzetten in organisch voedsel. Maar ze zijn ook heterotroof, want ze eten namelijk ook fytoplankton.

 

Kleine vissen (Clownsvissen)

De vissen die in dit rif voorkomen, zijn klein en fel gekleurd. Dit is gelijk hun camouflage, omdat het koraal ook fel gekleurd is. Maar het koraal beschermt ze niet alleen, het dient namelijk ook als voedsel. De kleine vissen eten kleine stukjes van het koraal af en zijn daardoor heterotroof. Een voorbeeld van een kleine vis is een Clownsvis.

 

Sponzen & Inktvissen

Sponzen zijn hele simpele dieren. Ze hebben geen spieren, zenuwen of organen. Deze dieren zuiveren hun voedsel uit het water en zijn dus autotroof.

Inktvissen zijn heterotrove dieren. Zij eten vooral krabben en kleine weekdieren.

 

Zeepaardje

Er komen verschillende soorten zeepaardjes voor in dit rif. Dit diertje heeft geen tanden en kan dus alleen kleine diertjes eten, zoals vislarven.

 

Krabben & Mosselen

Op de bodem van het koraalrif leven ook krabben. Deze dieren zijn heterotroof en eten vooral plankton, maar ook sponzenpoep! Mosselen daarintegen zijn autotroof. Zij zuiveren, net als koraal, voedsel uit het water.

 

Koraalduivel

Deze vis komt alleen voor in koraalriffen en is dus heel speciaal. Deze vis is heterotroof en eet vooral mosselen en kleine vissen.